Een rechtvaardig Nederland begint met elkaar zien – niet als nummer, maar als mens.


Het was hartje winter.

Vijf jonge mensen liepen langs een verlaten snelweg. Hun schoenen waren gescheurd, hun vingers blauw van de kou. In hun rugzak zat bijna niets meer – een fles water, een stuk brood, een foto van thuis.


In elk dorp waar ze kwamen, werden ze bekeken met argwaan. Soms gaf iemand een stuk brood, vaker draaide men het hoofd weg. “Ze horen hier niet,” fluisterden mensen.

Toen kwamen ze aan in een stad. Daar zat een oude ambtenaar achter zijn bureau, tussen stapels dossiers. Al tientallen jaren zag hij alleen maar formulieren en regels. Maar toen hij de vijf zag binnenkomen – mager, uitgeput, maar met ogen die nog steeds hoop durfden te dragen – gebeurde er iets.

Hij pakte pen en papier. En één voor één vroeg hij hun namen.
En hij schreef ze op.

Op dat moment veranderde alles. Want ze waren geen nummers meer, geen last, geen vreemden. Ze waren mensen, met een naam, een verhaal, een toekomst.

Een samenleving wordt pas rechtvaardig en menselijk als we elkaar niet reduceren tot dossiers, maar elkaar aankijken, een naam geven en erkennen: jij hoort erbij.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Geen woorden voor dit verlies – maar ook geen ruimte voor haat

Een moreel kompas voor politiek, bestuur en samenleving

Hegel en de rechtvaardige samenleving: vrijheid, erkenning en de staat