Islam en de seculiere staat – waarom geloof juist vrijheid nodig heeft

 Kan een moderne staat tegelijk seculier én diep verbonden met religieuze waarden zijn? De Soedanees-Amerikaanse rechtsgeleerde Abdullahi Ahmed An-Na’im stelt in zijn invloedrijke boek Islam and the Secular State: Negotiating the Future of Shari‘a (2008) dat dit niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk is. Zijn centrale stelling luidt: alleen in een seculiere staat kan de islam werkelijk vrij en betekenisvol worden beleefd.


Vrijwilligheid als kern van geloof

Volgens An-Na’im is geloof alleen authentiek wanneer het uit vrije wil voortkomt. Zodra religieuze voorschriften via staatsmacht worden afgedwongen, verliezen zij hun spirituele waarde. Dat idee vindt hij terug in de islam zelf: de Koran stelt immers dat er “geen dwang in religie” (2:256) mag zijn. Hij schrijft:

“A secular state is a state that is neutral regarding religious doctrine, one that does not claim or pretend to enforce Shariah – the religious law of Islam – simply because compliance with Shari’a cannot be coerced by fear of state institutions or faked to appease their officials.”

Daarmee onderstreept hij dat ware islamitische toewijding niet kan worden afgedwongen. Zodra de staat sharia oplegt, wordt geloof een vorm van gehoorzaamheid aan macht, niet aan God.


Sharia als levende traditie, niet als wetboek

Een tweede belangrijk inzicht van An-Na’im is dat de sharia geen statisch wetboek is dat letterlijk kan worden ingevoerd, maar een rijke, historische traditie van interpretaties (fiqh). Door de eeuwen heen hebben geleerden in verschillende contexten uiteenlopende opvattingen ontwikkeld over religieuze normen. Er bestaat dus geen eenduidige, “pure” sharia die door een staat toegepast kan worden. Wanneer politieke machthebbers toch proberen één versie van sharia als staatswet te vestigen, leidt dat tot autoritarisme en onderdrukking van pluraliteit, óók binnen de islam zelf.


De seculiere staat als voorwaarde voor religieuze vrijheid

An-Na’im maakt daarom onderscheid tussen religie en staat, maar niet tussen islam en politiek. Hij pleit ervoor dat de staat religieus neutraal is en geen claims legt op religieuze autoriteit. Moslims mogen uiteraard hun geloof gebruiken als morele inspiratie voor hun politieke keuzes en maatschappelijke betrokkenheid, maar wetgeving moet altijd gebaseerd zijn op rationele en algemeen aanvaardbare argumenten. Alleen zo kan de samenleving recht doen aan pluraliteit.

Een seculiere staat is dus geen bedreiging voor religie, maar juist een waarborg. In een neutrale staat kunnen burgers – moslims en niet-moslims – hun leven inrichten volgens hun eigen overtuiging, zonder angst voor dwang of uitsluiting. Daarmee worden moslims niet alleen beschermd tegen inmenging van de staat, maar ook tegen religieuze interpretaties die door anderen zouden worden opgelegd.


Islam en universele waarden

Belangrijk in An-Na’im’s visie is dat hij de islam niet tegenover moderne waarden van mensenrechten en democratie plaatst. Integendeel: hij ziet een diepe samenhang. Vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid zijn volgens hem kernwaarden die net zo goed uit de islamitische ethiek te herleiden zijn als uit westerse politieke theorie. Dat betekent wel dat sommige traditionele interpretaties van sharia kritisch herzien moeten worden, vooral daar waar zij leiden tot ongelijkheid tussen mannen en vrouwen of tot discriminatie van religieuze minderheden.

Hij stelt:

“Sharia principles should inspire Muslims, but the enforcement of Sharia by the state is both untenable and counterproductive. It undermines the very moral authority of Islam.”

De toekomst van de islamitische samenleving ligt dus in een dynamische herinterpretatie, waarin religieuze inspiratie en universele mensenrechten elkaar versterken.


Een praktisch politiek project

Wat dit boek bijzonder maakt, is dat het niet alleen theoretisch is, maar ook een concreet politiek project schetst. An-Na’im ziet zijn pleidooi als een weg naar samenlevingen waarin democratie en religie samengaan. Hij verzet zich tegen twee uitersten:

  • Westerse stemmen die stellen dat islam en democratie onverenigbaar zijn.

  • Islamitische fundamentalisten die de staat willen inrichten als hoeder van de sharia.

Beide posities schetsen volgens hem een vals dilemma. Het alternatief is een seculiere staat mét ruimte voor religieuze inspiratie: een samenleving waarin de islam niet door staatsmacht wordt opgelegd, maar vrijwillig en bewust wordt beleefd door gelovigen.


Betekenis en actualiteit

De boodschap van Islam and the Secular State is actueel en uitdagend. In een tijd waarin religie vaak wordt neergezet als obstakel voor democratie, laat An-Na’im zien dat een seculiere staat geen vijand van de islam hoeft te zijn. Integendeel: zij kan juist de noodzakelijke ruimte scheppen waarin geloof werkelijk betekenis krijgt. Een islamitische samenleving wordt niet meer islamitisch door de sharia in staatswetten te gieten, maar door burgers de vrijheid te geven om vanuit hun geloofsovertuiging keuzes te maken.


📌 Conclusie

Abdullahi Ahmed An-Na’im schetst een radicaal maar hoopvol perspectief: de toekomst van de islam ligt niet in de islamitische staat, maar in de seculiere democratische rechtsstaat. Alleen daar kan geloof vrijwillig, oprecht en betekenisvol worden beleefd. Daarmee biedt hij een model waarin religie en mensenrechten elkaar niet bestrijden, maar juist versterken – een visie die diepe relevantie heeft voor elke samenleving die zoekt naar rechtvaardigheid, vrijheid en menselijkheid.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Geen woorden voor dit verlies – maar ook geen ruimte voor haat

Een moreel kompas voor politiek, bestuur en samenleving

Hegel en de rechtvaardige samenleving: vrijheid, erkenning en de staat