Wonen als grondrecht: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in dienst van mens en samenleving

 Wonen is een fundamentele levensbehoefte, geen marktproduct. Toch is de Nederlandse woningmarkt in toenemende mate verworden tot een speelveld van speculatie, rendement en schaarste. In de afgelopen decennia zijn woningbouw, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ondergeschikt geraakt aan marktwerking, decentralisatie en deregulering. Dat heeft geleid tot structurele woningnood, groeiende dakloosheid, segregatie en verlies van zeggenschap over de leefomgeving.

De huidige wooncrisis is niet het gevolg van natuurwetten, maar van politieke keuzes. Keuzes om woningcorporaties marktconform te laten opereren. Om grond als beleggingsobject te behandelen. Om stedelijke planning over te laten aan private ontwikkelaars. En om beleid vooral te richten op doorstroming in plaats van bestaanszekerheid.

Van volkshuisvesting naar woningmarkt

Tot in de jaren 90 gold volkshuisvesting als publieke opdracht: de overheid garandeerde betaalbare en passende huisvesting, via investeringen, regulering en het maatschappelijk beheer van huurwoningen. Met de intrede van neoliberaal beleid verschoof die visie. De woning werd van publiek goed tot individuele investering. Huurders werden geacht door te stromen naar koop, sociale huur werd geassocieerd met armoede, en woningcorporaties moesten "marktgerichter" werken.

De gevolgen zijn zichtbaar en schrijnend:

  • Het aandeel sociale huur daalt structureel;

  • Wachttijden lopen op tot tien jaar of meer;

  • Flexhuur, tijdelijke contracten en verkamering nemen toe;

  • Jongeren, studenten, alleenstaanden en mensen met lagere inkomens worden structureel uitgesloten.

Volgens het VN-Mensenrechtencomité en de Special Rapporteur voor adequate huisvesting is de situatie in Nederland inmiddels dusdanig ernstig dat gesproken kan worden van een structurele ondermijning van het recht op huisvesting.

Dakloosheid als uitdrukking van systeemfalen

Dakloosheid is de meest zichtbare – en vaak meest tragische – uiting van woonongelijkheid. Het gaat daarbij niet alleen om mensen op straat, maar ook om duizenden ‘economisch daklozen’: mensen die in auto’s slapen, in hostels, of noodgedwongen bij anderen inwonen. Nederland telt inmiddels tienduizenden daklozen, waaronder steeds meer jongeren en werkenden.

In plaats van repressie of symptoombestrijding is structurele preventie noodzakelijk: toewijzing op basis van urgentie, passende toeleiding, voldoende betaalbare woonruimte, en integrale samenwerking met zorg, schuldhulpverlening en jeugdzorg.

Ruimtelijke ordening zonder visie

Ook het ruimtelijke ordeningsbeleid is gefragmenteerd geraakt. Sinds de afschaffing van het ministerie van VROM en de introductie van de Omgevingswet is de nationale regie grotendeels verdwenen. Gemeenten worden geacht zelf hun woningbouw en leefomgeving te plannen, maar hebben vaak niet de middelen, juridische slagkracht of ambtelijke capaciteit om dat effectief te doen.

Tegelijkertijd is grond duur, schaars en grotendeels in handen van private partijen. Daardoor wordt gebouwd waar winst valt te halen – niet waar behoefte is. Dat leidt tot:

  • eenzijdige bouw van dure koopwoningen en beleggershuur;

  • achterblijvende realisatie van sociale of collectieve projecten;

  • vervreemding van burgers van hun leefomgeving.

Wonen als recht, ruimte als gedeeld goed

De weg vooruit vraagt om een fundamentele heroriëntatie: van wonen als markt, naar wonen als grondrecht. En van ruimte als economische factor, naar ruimte als gedeeld goed. Die visie vereist politieke moed, langetermijndenken en het loslaten van de mythe dat de markt ‘het vanzelf regelt’.

De overheid moet opnieuw de verantwoordelijkheid nemen voor regie, bescherming en toegang. Dat betekent investeren, normeren én democratiseren: burgers moeten zeggenschap krijgen over hoe, waar en met wie zij willen wonen.


Concrete aanbevelingen voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening

  1. Herstel het recht op huisvesting als leidend beleidsprincipe, met expliciete verankering in wet- en regelgeving.

  2. Verhoog het aandeel sociale huur structureel door nieuwbouw, herbestemming en herfinanciering van woningcorporaties.

  3. Voer een nationaal woningplan in met centrale regie, waarin gemeenten worden ondersteund in het realiseren van een gemengde woningvoorraad.

  4. Stel harde quota in voor sociale woningbouw in nieuwbouwprojecten, ook bij commerciële ontwikkelaars.

  5. Voer een volkshuisvestingsfonds in waarmee structureel geïnvesteerd wordt in betaalbare woningen en wooncoöperaties.

  6. Maak tijdelijke contracten de uitzondering, niet de regel – en versterk de rechtspositie van huurders.

  7. Reguleer grondprijzen en stop speculatie op woning- en bouwgrond.

  8. Bestrijd dakloosheid via Housing First, met een integrale aanpak gericht op wonen, zorg en bestaanszekerheid.

  9. Zet in op collectieve woonvormen, wooncoöperaties en alternatieve eigendomsvormen als instrumenten van democratisering en betaalbaarheid.

  10. Herstel publieke controle op ruimtelijke ordening via herintroductie van nationale planning, prioritaire gebieden en sociale toetsing van bouwplannen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Geen woorden voor dit verlies – maar ook geen ruimte voor haat

Een moreel kompas voor politiek, bestuur en samenleving

Hegel en de rechtvaardige samenleving: vrijheid, erkenning en de staat