Zoektocht naar menselijkheid in een grensland
In Dit zijn de namen (2012) schetst Tommy Wieringa een indringend verhaal over migratie, identiteit en de menselijke behoefte aan betekenis. Het boek speelt zich af in Michailopol, een troosteloze stad in de steppe, waar de politiechef Pontus Beg het dagelijkse leven ordent. Beg, zelf een eenzame man van middelbare leeftijd, ontdekt op latere leeftijd dat hij Joodse wortels heeft. Deze ontdekking zet zijn wereldbeeld op zijn kop: wat betekent afkomst, en hoe bepaalt het je identiteit?
Parallel hieraan volgen we een groep uitgeputte migranten die de steppe intrekken op weg naar een beter leven. Hun tocht is erbarmelijk: honger, kou, uitputting en wantrouwen tekenen hun reis. De groep balanceert voortdurend tussen solidariteit en eigenbelang, tussen menselijkheid en onmenselijkheid. Uiteindelijk bereiken ze Michailopol – slechts een handvol heeft de tocht overleefd.
De twee verhaallijnen komen samen in thema’s: beide verhalen draaien om overleven, zoeken naar betekenis en de vraag hoe ver een mens kan gaan zonder zijn menselijkheid te verliezen. Pontus Beg herkent in de migranten iets van zijn eigen zoektocht: de behoefte aan een naam, een plaats en erkenning.
Wieringa gebruikt sobere, heldere taal en creëert een moderne parabel. Hij laat zien dat migratie geen abstract debat is, maar een eeuwenoud en menselijk fenomeen. Mensen trekken omdat ze willen overleven, omdat ze hoop hebben. Tegelijk stelt hij de vraag hoe wij – gevestigde gemeenschappen – reageren wanneer de ander plotseling voor onze deur staat.
De titel Dit zijn de namen verwijst naar het Bijbelboek Exodus, waarin de namen van de zonen van Israël worden opgesomd bij hun tocht naar Egypte. Daarmee verbindt Wieringa de lotgevallen van de migranten met de universele zoektocht van de mens naar een thuis. Het verhaal is daarmee zowel tijdloos als urgent.
Reacties
Een reactie posten