Antifa, boerka’s en de grenzen van onze vrijheid


Gisteren nam de Tweede Kamer verschillende moties aan die veel zeggen over de koers waarin ons land zich beweegt. Twee daarvan springen in het oog: een voorstel van BBB, PVV en FVD om het bestaande boerkaverbod uit te breiden naar de hele openbare ruimte, en een motie waarin wordt opgeroepen om Antifa in Nederland als terroristische organisatie aan te merken. Deze moties zetten de spanning op scherp tussen veiligheid, vrijheid en de waarden van de democratische rechtsstaat.

Wat is Antifa?

Antifa is geen partij of formele organisatie met een ledenlijst en een bestuur, maar een los netwerk van actiegroepen en individuen die zich verzetten tegen fascisme, racisme en extreemrechts. De beweging heeft wortels in de jaren ’20 en ’30, toen arbeiders en activisten zich in Duitsland en Italië organiseerden tegen Mussolini en Hitler. Acties van Antifa lopen uiteen van vreedzame demonstraties en educatieve campagnes tot felle confrontaties met extreemrechtse groeperingen.

Critici verwijten Antifa dat sommige groepen geweld gebruiken of intimidatie niet schuwen. Toch is er geen bewijs dat Antifa in Nederland terroristische aanslagen heeft gepleegd. Historisch gezien zijn er in Nederland wel extreem-linkse groeperingen actief geweest die geweld gebruikten, zoals RaRa (Revolutionaire Anti-Racistische Actie), verantwoordelijk voor bomaanslagen en brandstichtingen in de jaren ’80 en ’90.1 Maar Antifa zoals die vandaag bestaat, voldoet niet aan de criteria van het Nederlandse strafrecht om als terroristische organisatie te worden bestempeld.

Het boerkaverbod en de uitbreiding

Sinds 1 augustus 2019 geldt in Nederland de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding.2 Deze wet verbiedt het dragen van boerka’s, niqabs en andere gezichtsbedekkende kleding in overheidsgebouwen, het openbaar vervoer, onderwijsinstellingen en zorginstellingen. Op straat en in andere openbare ruimten is gezichtsbedekking gewoon toegestaan.

De nieuwe motie wil dit verbod uitbreiden naar de gehele publieke ruimte. Dat zou betekenen dat vrouwen nergens in Nederland meer gezichtsbedekkende kleding mogen dragen. Daarmee raakt de maatregel direct aan godsdienstvrijheid (artikel 6 Grondwet; artikel 9 EVRM) en vrijheid van meningsuiting (artikel 7 Grondwet; artikel 10 EVRM). Beperkingen op deze vrijheden zijn alleen toegestaan als ze bij wet zijn geregeld, noodzakelijk in een democratische samenleving en proportioneel ten opzichte van het nagestreefde doel.3

Een volledig boerkaverbod zou juridisch uiterst kwetsbaar zijn. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft weliswaar in enkele zaken een verbod op gezichtsbedekking geaccepteerd, maar altijd na een strenge proportionaliteitstoets. Een totaalverbod in Nederland zou vrijwel zeker tot procedures leiden bij nationale rechters en in Straatsburg.

Wanneer is een organisatie terroristisch?

In Nederland kan een organisatie als terroristisch worden aangemerkt op grond van artikel 140a Wetboek van Strafrecht.4 Voorwaarde is dat zij gericht is op het plegen van terroristische misdrijven, zoals aanslagen, gijzelingen of moorden met een terroristisch oogmerk. Het enkele feit dat een groep luidruchtig protesteert, soms de confrontatie zoekt of geweld gebruikt bij demonstraties, is daarvoor onvoldoende.

Volgens de AIVD is er in Nederland sprake van links-extremisme, waaronder antifascistisch activisme, maar dit wordt onderscheiden van terrorisme.5 De daden van Antifa in Nederland vallen tot nu toe binnen het strafrecht — bijvoorbeeld vernieling of openlijke geweldpleging — maar niet onder terrorisme.

De politieke motie en haar betekenis

Waarom dienen partijen als BBB, PVV en FVD moties in die juridisch waarschijnlijk weinig kans van slagen hebben? Hier spelen meerdere factoren mee:

  • Symboolpolitiek: Het signaal is belangrijker dan de juridische haalbaarheid. Het benadrukt een vijandbeeld en mobiliseert de achterban.

  • Polarisatie: Door Antifa neer te zetten als een “linkse terreurorganisatie” en door religieuze kleding als bedreiging te framen, wordt de samenleving verdeeld in “wij” en “zij”.

  • Dubbele moraal: Tegelijkertijd presenteren deze partijen zich als onvoorwaardelijke verdedigers van Israël en tegen antisemitisme. Toch verzetten ze zich fel tegen een beweging die in essentie antifascistisch is. De verklaring ligt waarschijnlijk niet in de inhoud van antifascisme zelf, maar in de associatie met linkse politiek en activisme.

Een menselijk Nederland?

De aangenomen moties roepen fundamentele vragen op over de koers van onze democratie. Willen we een samenleving waarin grondrechten stukje bij beetje worden ingeperkt — onder het mom van veiligheid of nationale identiteit? Of kiezen we voor een samenleving waarin zorg, verbondenheid en verantwoordelijkheid leidende principes zijn, waarin we de vrijheid van anderen respecteren, ook als hun keuzes ons vreemd of ongemakkelijk voorkomen?

De grondwet en mensenrechten zijn niet ontworpen om de meerderheid te beschermen tegen minderheden, maar juist andersom. Het criminaliseren van antifascisme en het verbieden van religieuze uitingen schuiven ons weg van een open en rechtvaardige samenleving, en dichter naar uitsluiting en repressie.

Als we werkelijk een menselijk Nederland willen, moeten we leren leven met diversiteit, verschillen en soms ongemak — niet door rechten te beperken, maar door ze te versterken. 


  1. Zie de geschiedenis van de Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RaRa), Wikipedia.

  2. Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, Overheid.nl.

  3. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikelen 9 en 10, Raad van Europa.

  4. Artikel 140a Wetboek van Strafrecht, wetten.overheid.nl.

  5. AIVD over links-extremisme, AIVD.nl.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Geen woorden voor dit verlies – maar ook geen ruimte voor haat

Een moreel kompas voor politiek, bestuur en samenleving

Hegel en de rechtvaardige samenleving: vrijheid, erkenning en de staat