Ideologie als fundament van ongelijkheid
Thomas Piketty’s Capital and Ideology is een monumentaal werk van meer dan 1000 pagina’s waarin hij de geschiedenis en mechanismen van ongelijkheid onderzoekt. Het boek bouwt voort op zijn eerdere werk Capital in the Twenty-First Century, maar richt zich niet alleen op economische data, maar vooral op de ideologieën die ongelijkheid rechtvaardigen. Piketty stelt dat ongelijkheid geen puur economische, maar fundamenteel politieke en morele keuze is — een keuze die wordt gevormd door verhalen, rechtvaardigingen en machtssystemen.
1. Ideologie als fundament van ongelijkheid
Piketty introduceert het concept van ideologische regimes: systemen van rechtvaardiging die economische ongelijkheid mogelijk maken en legitimeren. Historisch gezien zijn samenlevingen altijd gebaseerd geweest op ongelijkheid, maar de vormen en rechtvaardigingen ervan verschillen enorm:
- Trifunctionele samenlevingen (pre-industriële samenlevingen) legitimeerden ongelijkheid door religie en traditie (adel, geestelijkheid, boerenstand).
- Eigendomsideologie in de 18e–19e eeuw stelde het heiligdom van privé-eigendom centraal, vooral in post-revolutionair Frankrijk en Engeland.
- Koloniale en slavernij-ideologieën rechtvaardigden ongelijkheid tussen volkeren via raciale en culturele superioriteit.
- Socialistische regimes probeerden ongelijkheid te bestrijden, maar leidden vaak tot andere vormen van autoritair staatskapitalisme.
2. Ongelijkheid en politiek: van aristocratie naar meritocratie
Piketty toont hoe de overgang van aristocratische naar kapitalistische samenlevingen ongelijkheid niet heeft opgeheven, maar hervormd. Het concept van meritocratie vervangt erfelijke voorrechten, maar in de praktijk ontstaat een nieuwe elite die haar rijkdom legitimeert via scholing, diploma’s en prestaties. Dit leidt tot een schijngelijkheid, waarbij economische en culturele elites zichzelf reproduceren.
Hij noemt dit fenomeen het "brahman-kapitalisme": een alliantie tussen hoogopgeleide culturele elites (de 'brahmanen') en economische elites (de 'handelaars' of kapitalisten). Deze alliantie ondermijnt het vertrouwen in linkse partijen, die vroeger de belangen van arbeiders verdedigden.
3. De opkomst van ongelijkheid in de 21e eeuw
Piketty toont met data aan dat ongelijkheid wereldwijd opnieuw stijgt, vooral in het Westen, sinds de neoliberale revolutie van de jaren 1980. Belangrijke trends:
- Privatisering en belastingverlaging vergroten vermogensongelijkheid.
- Globalisering zonder herverdeling versterkt kapitaal en verzwakt arbeid.
- Politieke systemen (zoals in de VS of Europa) worden steeds meer gedomineerd door elites, met als gevolg populistische reacties.
De “egalitaire revoluties” (zoals de Franse Revolutie of het naoorlogse herverdelingsbeleid) zijn vervangen door een “hyperkapitalistische” wereldorde zonder sterke herverdelingsmechanismen.
4. Alternatieven: Participatief socialisme en democratische herverdeling
Piketty pleit voor een radicaal alternatief dat hij “participatief socialisme” noemt. De kernideeën zijn:
- Progressieve belasting op vermogen: een jaarlijkse wereldwijde belasting op kapitaal om herverdeling structureel mogelijk te maken.
- Erfbelasting en ‘basis-erfenis’: iedereen krijgt op 25-jarige leeftijd een basisvermogen, gefinancierd uit vermogensbelasting.
- Medezeggenschap van werknemers in bedrijven (co-determinatie): werknemers zouden 50% van de stemmen in raden van bestuur moeten hebben.
- Socialisering van onderwijs, gezondheidszorg en data: publieke voorzieningen als universele rechten.
- Rechtvaardige internationalisering: in plaats van vrije markt-globalisering, pleit hij voor coöperatieve, transparante en sociaal rechtvaardige wereldwijde instituties.
5. Een oproep tot democratische utopie
Piketty eindigt het boek met een normatief pleidooi: ongelijkheid is geen natuurwet, maar een politieke en ideologische keuze. Net zoals men vroeger slavernij of erfelijke monarchieën als “normaal” beschouwde, beschouwen we nu extreme kapitaalaccumulatie als onvermijdelijk — maar dat hoeft niet zo te zijn.
Hij roept op tot een “nieuwe ideologie van gelijkheid”, gebaseerd op democratie, participatie, rechtvaardigheid en historisch bewustzijn. Daarbij moeten we lessen trekken uit het verleden, en begrijpen hoe ideologieën functioneren om ongelijkheid te legitimeren of te bestrijden.
Koppeling aan #MenselijkNederland
Capital and Ideology sluit nauw aan bij het gedachtegoed van #MenselijkNederland:
- Piketty biedt een historische en morele onderbouw voor het idee dat rechtvaardigheid, empathie en menselijke waardigheid politieke keuzes zijn, geen technocratische bijzaak.
- Zijn pleidooi voor participatief socialisme weerspiegelt de kernwaarden van een democratische rechtsstaat die ruimte biedt aan iedereen.
- Het boek toont ook aan dat waarden als vrijheid en gelijkheid onder druk komen te staan als de ideologie van ongelijkheid overheerst — een waarschuwing die past bij de huidige verschuivingen in Nederland en Europa.
- Piketty’s oproep tot een nieuwe ideologie verbindt historische inzichten met een toekomstgerichte, humane politiek.
Reacties
Een reactie posten