Terug naar de aarde: Klimaat als moreel en politiek breekpunt
De klimaatcrisis is geen technisch probleem dat kan worden opgelost met meer efficiëntie of marktoplossingen. Het is een existentieel keerpunt dat onze diepste overtuigingen, systemen en levenswijzen ter discussie stelt. De aarde zelf is niet langer een passief decor voor menselijke activiteit, maar een actieve politieke speler. Zoals Bruno Latour schrijft in Waar kunnen we landen? en Facing Gaia, leven we niet langer in een wereld waarin de natuur gescheiden is van de mens. Klimaatverandering heeft dat onderscheid doorbroken. De natuur keert terug, niet als harmonieus evenwicht, maar als verstorende kracht die onze politieke, economische en symbolische ordeningen ontregelt.
Volgens Latour bevinden we ons in een vacuüm: we weten niet meer wie we zijn, waar we naartoe gaan, of met wie we een wereld delen. Het moderne ideaal van lineaire vooruitgang – steeds sneller, hoger, rijker – is uitgeput. De toekomst is niet langer vanzelfsprekend, en zelfs het heden voelt ongrijpbaar. Tegelijkertijd is terugkeren naar het verleden – met gesloten grenzen en autoritaire reflexen – een even onhoudbare illusie. De vraag die Latour stelt is dan ook radicaal: waar kunnen we landen? Hoe richten we een politiek in die niet de abstractie van "de mens" centraal stelt, maar de concrete, materiële, gedeelde leefomgeving waarin we bestaan?
Latour pleit voor een nieuwe ecologische politiek, waarin we niet alleen mensen, maar ook rivieren, bossen, oceanen en dieren als politieke actoren erkennen. Het "terrestriale perspectief" dat hij voorstelt is er een van worteling, verbondenheid en wederzijdse afhankelijkheid. Het betekent niet terug naar de natuur, maar vooruit naar een samenleving die zichzelf niet meer boven of buiten de aarde plaatst, maar als deelgenoot van haar kwetsbare systemen. Democratie, zo stelt hij, moet zich opnieuw uitvinden rond het behoud en herstel van onze leefbare habitat.
Waar Latour het filosofisch-politieke fundament onder ons wereldbeeld blootlegt, toont Naomi Klein in This Changes Everything de economische wortels van de crisis. De klimaatontwrichting is geen ongelukje of externe bedreiging, stelt zij, maar het voorspelbare resultaat van een economisch systeem dat gebouwd is op roofbouw: het onttrekken van waarde aan mensen, natuur en arbeid in dienst van winst en groei. Het neoliberale kapitalisme, met zijn blind geloof in marktwerking, privatisering en deregulering, is structureel onverenigbaar met de ecologische grenzen van de planeet.
Volgens Klein is elke poging om klimaatbeleid te voeren zonder het kapitalistisch systeem ter discussie te stellen gedoemd te falen. Groene technologie, CO₂-markten en duurzaamheidsetiketten blijven binnen de logica van groei en winst. Echte verandering vraagt om systeemverandering: democratische zeggenschap over energie, een eerlijke herverdeling van middelen, de beëindiging van fossiele subsidies en het versterken van publieke infrastructuren.
De kracht van Klein ligt niet alleen in haar kritiek, maar ook in haar hoop. Over de hele wereld ziet zij het ontstaan van “Blockadia”: een wereldwijde beweging van burgers, inheemse gemeenschappen, jongeren en arbeiders die in verzet komen tegen fossiele industrieën en destructieve economieën. Deze beweging combineert ecologie met rechtvaardigheid, en sociale strijd met zorg voor de aarde. Ze belichaamt de overtuiging dat klimaatbeleid geen opoffering hoeft te zijn, maar een kans op herstel – van gemeenschappen, ecosystemen en menselijke waardigheid.
Een verrassende en krachtige bondgenoot in deze strijd is paus Franciscus. In zijn encycliek Laudato Si’ biedt hij een spirituele, morele en sociale visie op ecologie als gemeenschappelijk goed. Zijn uitgangspunt is helder: “De roep van de aarde is ook de roep van de armen.” De ecologische crisis en sociale ongelijkheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De vernietiging van ecosystemen raakt het eerst en het diepst de armsten van de aarde – en dat is geen toeval, maar gevolg van een economie die verslaafd is aan consumptie, verspilling en onverschilligheid.
Franciscus spreekt over een “integrale ecologie”: een visie waarin natuur, mens, cultuur, spiritualiteit en rechtvaardigheid samenkomen. Hij bekritiseert de technocratische illusie dat elk probleem met innovatie of marktoplossingen kan worden opgelost. Tegenover de heerschappij van het nut plaatst hij waarden als nederigheid, zorg, gemeenschapszin en dankbaarheid. Hij roept op tot ecologische bekering: een verandering van hart, houding en samenleving. Geen technocratische aanpassing, maar een morele wending naar zorg en verantwoordelijkheid.
Wat Latour politiek en Klein economisch benoemen, brengt Franciscus tot het niveau van het geweten. Hij roept niet alleen staten op om hun verantwoordelijkheid te nemen, maar ook individuen, gemeenschappen en kerken. Spiritualiteit is voor hem geen vlucht uit de wereld, maar een oefening in verbondenheid met het geheel van de schepping.
Samen schetsen Latour, Klein en Franciscus een krachtig en noodzakelijk narratief: de klimaatcrisis is geen geïsoleerd milieuprobleem, maar een alomvattende uitdaging aan ons wereldbeeld, onze economie en onze moraal. Ze dwingt ons te herdenken wat vooruitgang is, wie we willen zijn, en hoe we samenleven op een gedeelde, kwetsbare planeet. De echte opgave is niet alleen het verminderen van emissies, maar het herstellen van relaties: tussen mens en aarde, tussen mensen onderling, en tussen generaties.
Het is tijd om te landen. Niet in een verleden van geslotenheid of in een toekomst van technocratisch escapisme, maar op een aarde die vraagt om zorg, gerechtigheid en verbondenheid. Een menselijke samenleving begint daar – waar we durven erkennen dat we deel uitmaken van iets groters, en dat goed leven niet ten koste mag gaan van anderen, nu of in de toekomst.
De inzichten van Latour, Klein en paus Franciscus vormen een krachtig intellectueel en moreel fundament voor de campagne #MenselijkNederland. Waar de campagne oproept tot een samenleving gebaseerd op rechtvaardigheid, empathie, menselijke waardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid, bieden deze auteurs een ecologisch, economisch en spiritueel kader dat precies die waarden verbindt met de grote uitdaging van onze tijd: de klimaatcrisis.
🌍 De ecologische crisis is een menselijke crisis
#MenselijkNederland stelt de vraag: Wat voor samenleving willen we zijn? De klimaatcrisis stelt diezelfde vraag, maar op mondiale schaal – en met existentiële urgentie. Het gaat niet alleen om opwarming of biodiversiteit, maar om de morele orde waarop onze samenlevingen zijn gebouwd. De uitputting van de aarde weerspiegelt de uitputting van de menselijke maat: alles moet sneller, winstgevender, efficiënter – ook mensenlevens.
Zoals Naomi Klein laat zien, ligt aan die uitputting een economisch systeem ten grondslag dat structureel ongelijkheid en destructie produceert. De campagne #MenselijkNederland verzet zich tegen een samenleving waarin mensen worden gereduceerd tot economische kostenposten of risico’s. In die zin is klimaatrechtvaardigheid ook sociale rechtvaardigheid.
🧭 De aarde als moreel kompas
Bruno Latour roept op om “terug op aarde te komen” – niet als nostalgisch verlangen, maar als nieuwe oriëntatie. Ook #MenselijkNederland vraagt om een moreel kompas dat zich richt op wat mensen verbindt in plaats van verdeelt. Net als Latour stelt de campagne dat politiek niet moet draaien om controle, concurrentie of exclusie, maar om de vraag: Met wie delen we deze wereld – en hoe doen we dat op een rechtvaardige manier?
De aarde is daarbij geen passieve achtergrond, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een samenleving die mensen rechtvaardig behandelt, moet ook de levensvoorwaarden van die mensen beschermen: schone lucht, veilig drinkwater, een leefbare planeet. Rechtvaardigheid stopt niet bij mensen, maar begint bij de manier waarop we omgaan met alles wat leven mogelijk maakt.
✝️ Zorg als moreel principe
Paus Franciscus verbindt ecologie, armoede en spiritualiteit in een oproep tot integrale ecologie. Deze benadering sluit naadloos aan bij de kernwaarden van #MenselijkNederland: zorg voor elkaar, solidariteit met kwetsbaren, menselijke waardigheid als norm. Ook hij benadrukt: de armen en toekomstige generaties worden het hardst geraakt. Een samenleving die écht menselijk wil zijn, kiest dus voor structurele solidariteit – lokaal én mondiaal.
Zijn oproep tot ecologische bekering is verwant aan de culturele bekering waar #MenselijkNederland voor pleit: weg van het denken in hokjes, weg van de ontmenselijking van migranten, daklozen of activisten, en terug naar een politiek van verbondenheid, rechtvaardigheid en wederzijdse verantwoordelijkheid.
🔔 De oproep van #MenselijkNederland, in het licht van de klimaatcrisis:
Een rechtvaardige samenleving is er één waarin we niet alleen goed zijn voor elkaar, maar ook voor de aarde die ons draagt. Waar toekomst geen luxe is, maar een gedeeld recht. Waar menselijke waardigheid niet alleen vandaag telt, maar ook morgen – voor wie na ons komt.
In dat licht is klimaatrechtvaardigheid geen randonderwerp, maar de kern van wat een menselijke samenleving vandaag betekent. #MenselijkNederland pleit daarom niet alleen voor menselijke politiek, maar ook voor een aardse politiek – een samenleving die verankerd is in zorg, verbondenheid, en het besef dat niemand op zichzelf leeft.
👉 Een rechtvaardige samenleving begint waar we erkennen dat we de aarde, elkaar, en de toekomst nodig hebben – en daar ook verantwoordelijkheid voor nemen. Dat is de morele horizon van #MenselijkNederland.
Reacties
Een reactie posten